{{trans:601123d6a70c0695bc04ead89db77e89_1}} image
### Beeld op het Julianaplein, startpunt van de wandeltocht.
Juliana, 30 april 1909 – 20 maart 2004, was Koningin der Nederlanden van 4 september 1948 tot 30 april 1980. De inhuldiging vond plaats op 6 september 1948. Juliana is van groot belang voor Curaçao (Nederlandse Antillen) omdat zij het Statuut ondertekende, waarmee in december 1954 een einde kwam aan de koloniale verhoudingen binnen het Koninkrijk.

Als prinses bezocht ze Curaçao al aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlogsjaren verbleef ze in Canada en Londen. Dat eerste bezoek aan Curaçao vond plaats van 26 februari tot 5 maart 1944. Een jaar eerder had ze al de luchthaven – Prinses Juliana Airport – op Sint Maarten geopend.
Aan het begin van de oorlog, 2 dagen na de invasie van Nederland door nazi-Duitsland – op 10 mei 1940 – vluchtte Juliana met haar familie per boot naar Engeland. Toen Duitsland ook dreigde Engeland binnen te vallen, vertrok zij op 2 juni met haar dochters per boot naar Canada. Haar man, prins Bernhard, bleef achter met koningin Wilhelmina, Juliana's moeder, in Londen. Begin september 1944 keerde Juliana op verzoek van haar moeder terug naar Londen, maar vertrok in januari 1945 opnieuw naar Canada. Op 2 augustus 1945 landde ze uiteindelijk in het bevrijde Nederland.

Ze werd gekroond tot Koningin der Nederlanden op 4 september 1948 en bezocht Curaçao – voor het eerst als staatshoofd – in 1955, een jaar na de ondertekening van het Statuut van het Koninkrijk. Twee jaar later werd haar standbeeld onthuld in Curaçao, op het Julianaplein, op slechts een paar stappen van het Nationaal Archief. In Curaçao werd ze afgebeeld als “moeder van alle ingezetenen”. Juliana had er zelf geen bezwaar tegen om met mevrouw in plaats van majesteit aangesproken te worden, het was zelfs haar voorkeur. Juliana's lossere stijl verkleinde de afstand tussen de koninklijke familie en het volk.

In 1955 besloot de Eilandsraad van Curaçao een standbeeld te ontwerpen van de jonge Koningin Juliana. Tot grote ergernis van gouverneur Teun Struycken ging de opdracht naar de Venezolaans-Italiaanse beeldhouwer Renzo Bianchini. Hij had veel liever gezien dat een Nederlandse beeldhouwer zo'n opdracht had gekregen. “Het is waarschijnlijk ook goedkoper,” schreef hij in april 1956 in een “persoonlijke p.s.” onder een brief aan de gezaghebber.
Een bericht in de Nieuwe Leidse Courant van 26 juli 1956 werpt een heel ander licht op de oorsprong van het beeld van Juliana. Hieruit blijkt dat het een schenking is van de Venezolaanse regering als eerbetoon aan de koningin die zoveel heeft betekend voor de ontwikkeling van Curaçao. Zonder verdere uitleg noemt Jennifer Smit in haar overzicht van monumenten ook het eilandsbestuur van Curaçao als 'waarschijnlijke opdrachtgever'. Betrokkenheid van Venezuela is niet ondenkbaar gezien de betrekkingen met het buurland in die tijd. In 1950 had prins Bernhard een uitgebreid en hartelijk vriendschapsbezoek gebracht aan dit land, waarbij hij het belang ervan voor het hele koninkrijk benadrukte.

Het standbeeld dat Bianchini van Juliana maakte, staat er nog steeds. De enige aanpassing die de koningin verzocht na het zien van foto's van het ontwerp was dat ze geen diadeem wilde dragen; het haar mocht in een vlecht. Een citaat van Juliana uit oktober 1955 is gegraveerd op het voetstuk: 'In vrijheid bijeenkomen is de hoeksteen van elke echte samenwerking', wat de idealen, het optimisme en de hoop van de jaren vijftig illustreert.
Het beeld is in de loop der jaren ook het onderwerp van protest geweest. In 1960 werd het besmeurd met verf door 5 mannen, blijkbaar gericht tegen de Vereniging voor het Grondwettelijk Koninkrijk waarvoor de koningin stond als symbool. Tien jaar later werd het standbeeld opnieuw gebruikt als protestmiddel. Op 10 februari 1970 meldde Amigoe dat 'onverlaten' het standbeeld van Koningin Juliana hadden besmeurd met een oproep aan de onlangs benoemde gevolmachtigde minister Efraïn Jonckheer om terug te keren naar Curaçao.

### Elis Juliana
Elis Juliana, geboren in “Nieuw Nederland”, de stadswijk waar deze wandeltocht doorheen voert. (subtitel)

Elis Juliana werd geboren op 8 augustus 1927 in 'Nieuw Nederland', een stadswijk in de buurt van Punda. Het was de tijd waarin Shell migranten uit het hele Caribisch gebied naar Curaçao bracht. Radio maakte zijn debuut, showbizz en het clubleven waren op hun hoogtepunt. Geconfronteerd met de veranderingen van de moderne tijd, ging de jonge Juliana op zoek naar zijn eigen identiteit, zowel die van hemzelf als die van de Curaçaose bevolking. Hij begon als podiumkunstenaar. Al snel ontpopte hij zich tot een veelzijdig kunstenaar – dichter, verhalenverteller, tekenaar, beeldhouwer, verhalenverteller – maar, geïnspireerd door zijn vriend Paul Brenneker, volgde hij ook het pad van de onderzoeker naar zijn eigen cultuur. Wat begon uit nieuwsgierigheid en om inspiratie op te doen voor verhalen en lezingen groeide uit tot een passie: het bezoeken van ouderen als bron van informatie en kennis. Door hun verschillende culturele achtergronden – een Curaçaose arbeidersjongen en een Limburgse priester – vulden Elis Juliana en pater Paul Brenneker elkaar uitstekend aan. Elis Juliana kan bogen op een lijst van meer dan 50 publicaties, waaronder zijn eerste dichtbundel Flor di datu, zijn verhalen zoals Wazo riba ròndu (1967, 1981, 1988), Guia Etnológiko I, II, III en zijn filosofie OPI I, II, III, IV, Organisashon Planifikashon Independensia, (1979, 1980, 1983, 1988). Hij stierf in 2013.

De grote verdienste van Brenneker en Juliana's onderzoek is dat ze de volkscultuur van de twintigste eeuw systematisch hebben gedocumenteerd. Ze verzamelden ook veel voorwerpen en stelden een unieke collectie samen van 1400 liederen, muziek en verhalen. Als we het hebben over de “Juliana-Brenneker collectie”, dan is deze verdeeld over verschillende erfgoedinstellingen: het Nationaal Archief Curaçao heeft een unieke collectie onder die naam, die het enige gedecentraliseerde plantagearchief op Curaçao vertegenwoordigt en nu wordt erkend als UNESCO Memory of the World. De National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM) stichting beheert de digitale versie van de Zikinza-collectie, voornamelijk bestaande uit 'oral history', en het Curaçaos Museum beheert een collectie muziekinstrumenten onder de naam Juliana-Brenneker.

Pater Paul Brenneker en Elis Juliana probeerden de gedachten van de Curaçaose bevolking te bestuderen en te begrijpen door kennis van de ouderen te verzamelen en te documenteren. Ze waren de belangrijkste pioniers op dit gebied op Curaçao. Pater Paul Brenneker, een katholiek geestelijke van de Orde der Dominicanen, geboren op 7 mei 1912 in Limburg, liet een groot cultureel erfgoed na toen hij op 7 februari 1996 overleed: meer dan honderd publicaties, prenten, foto's, gedichten, duizenden artefacten en een grote collectie met geluidsopnamen van liederen en verhalen die hij samen met Elis Juliana had verzameld vanaf de jaren 50 op Curaçao, Bonaire, Aruba, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Zijn publicaties zoals Lekete Minawa (1958), Benta – oude liederen – (1959), Curaçaoensia – folklore aantekeningen over Curaçao (1961), Brua (1966), en de tien delen Sambumbu (1969–1975) zijn een onschatbare bron van informatie over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Guene-taal als voorloper van het Papiaments, over volksreligie en verzet tegen slavernij. Brenneker combineerde zijn liefde voor lokale cultuur met liefdadigheid. Dit deed hij specifiek via de stichting voor daklozen, Kas Pa Nos Tur (een huis voor iedereen), en de stichting Pan Pa Mi Ruman (brood voor mijn broeders en zusters) voor mensen die honger lijden.

Elis Juliana overleed in de ochtend van 23 juni 2013 op 85-jarige leeftijd, slechts enkele dagen nadat hij de eredoctoraatstitel had ontvangen van de Universiteit van Curaçao (UoC). Elis Juliana heeft tijdens zijn leven vele erkenningen ontvangen. Hij ontving tweemaal de prestigieuze Cola Debrot-prijs, in 1973 voor beeldende kunst. In 1994 werd er een retrospectief van zijn beeldende kunst georganiseerd in het World Trade Center (ITC). Voor zijn 80e verjaardag publiceerde Gallery Alma Blou een prachtige editie van zijn 'Haikus', met illustraties van José Maria Capricorne getiteld 'Haiku den Lus di Animal/Haiku met Animal Voices' (2007).