Boek vandaag nog een rondleiding

Welkom!

Welkom op de website van Van Juliana tot Juliana Tours!

Wij bieden diverse begeleide wandelingen aan door de wijk Nieuw Amsterdam. De route loopt van het Julianaplein naar het Julianaplein, maar het is ook mogelijk om te starten op andere locaties, zoals de verschillende hotels langs de route.

Op de website vind je achtergrondinformatie en details over de mogelijke tours.

We hopen je snel te ontmoeten tijdens een van onze wandelingen!

{{trans:8666439940d6797972058a4216f159ea_1}} image
Rensley Victoria – Het Internationale Lopen Reclamebord voor Curaçao

Als je ons hebt gevonden, moet je die speciale persoon zijn met oog voor cultuur, natuur, geschiedenis, diaspora, cohesie, antropologie, sociologie, schoonheid, en een hart voor het welzijn van Curaçao.

We kunnen niet allemaal werkers zijn, de meesten van ons kunnen alleen supporters zijn.

Weet dat zonder beide niets in beweging komt.

De initiatiefnemer Rensley Victoria van de Urban Walking Tour

"Van Juliana tot Juliana."

Rensley Victoria, een naam die wereldwijd weerklinkt als ‘Het Internationale Lopen Reclamebord voor Curaçao’, voelde na twee decennia in Nederland het verlangen naar zijn geboorteland. De roep van Curaçao was zo sterk dat hij ervoor koos om terug te keren en opnieuw het eilandleven te omarmen. Ondanks zijn lange afwezigheid stroomt de cultuur van Curaçao diep door zijn aderen, een integraal onderdeel van zijn identiteit. Victoria's band met Curaçao is er een van diepe intimiteit, een verbinding die het gewone overstijgt.

Zijn liefde voor het eiland en zijn inwoners is grenzeloos, een gevoel dat hem inspireerde om een rigoureus wandelregime te bedenken. Dit programma was niet alleen een test van uithoudingsvermogen, maar ook een reis naar deelname aan de jaarlijkse 'Walk of the World' in Nederland voor de vijfde keer.

Elke juli verandert de stad Nijmegen in Nederland in een wereldwijd podium tijdens ‘The Walk of the World’, een groots evenement dat 40.000 wandelaars van over de hele wereld aantrekt. Dit evenement, met een rijke geschiedenis van meer dan negentig jaar, werd opgezet en blijft bloeien als een bewijs van het bevorderen van fysieke fitheid en sport.

Rensley voelde zich aangetrokken tot dit evenement, omdat hij het potentieel herkende om de jeugd van Curaçao te inspireren zich onder de vlag van sportiviteit te verenigen. Hij gelooft dat deelname aan sport een krachtig middel is voor natievorming. Het bevordert gezondere burgers, kweekt samenwerking en compassie door teamwork, en brengt de gemeenschap samen ter ondersteuning van haar atleten.

Victoria’s ambities zijn hoog, maar zijn vastberadenheid is onverzettelijk. Om zich voor te bereiden op dit evenement, begon hij aan een reis, waarbij hij ‘elk stukje van Curaçao’ bewandelde. Zijn verkenning bracht hem naar elke hoek van het eiland, door het platteland en de wijken. Hij zag de schoonheid van Curaçao en erkende de uitdagingen. Zijn diep begrip van de Curaçaose cultuur en het diverse landschap van het eiland overtuigden hem van zijn vermogen om positieve veranderingen te bewerkstelligen door middel van sport.

{{trans:601123d6a70c0695bc04ead89db77e89_1}} image
### Beeld op het Julianaplein, startpunt van de wandeltocht.
Juliana, 30 april 1909 – 20 maart 2004, was Koningin der Nederlanden van 4 september 1948 tot 30 april 1980. De inhuldiging vond plaats op 6 september 1948. Juliana is van groot belang voor Curaçao (Nederlandse Antillen) omdat zij het Statuut ondertekende, waarmee in december 1954 een einde kwam aan de koloniale verhoudingen binnen het Koninkrijk.

Als prinses bezocht ze Curaçao al aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlogsjaren verbleef ze in Canada en Londen. Dat eerste bezoek aan Curaçao vond plaats van 26 februari tot 5 maart 1944. Een jaar eerder had ze al de luchthaven – Prinses Juliana Airport – op Sint Maarten geopend.
Aan het begin van de oorlog, 2 dagen na de invasie van Nederland door nazi-Duitsland – op 10 mei 1940 – vluchtte Juliana met haar familie per boot naar Engeland. Toen Duitsland ook dreigde Engeland binnen te vallen, vertrok zij op 2 juni met haar dochters per boot naar Canada. Haar man, prins Bernhard, bleef achter met koningin Wilhelmina, Juliana's moeder, in Londen. Begin september 1944 keerde Juliana op verzoek van haar moeder terug naar Londen, maar vertrok in januari 1945 opnieuw naar Canada. Op 2 augustus 1945 landde ze uiteindelijk in het bevrijde Nederland.

Ze werd gekroond tot Koningin der Nederlanden op 4 september 1948 en bezocht Curaçao – voor het eerst als staatshoofd – in 1955, een jaar na de ondertekening van het Statuut van het Koninkrijk. Twee jaar later werd haar standbeeld onthuld in Curaçao, op het Julianaplein, op slechts een paar stappen van het Nationaal Archief. In Curaçao werd ze afgebeeld als “moeder van alle ingezetenen”. Juliana had er zelf geen bezwaar tegen om met mevrouw in plaats van majesteit aangesproken te worden, het was zelfs haar voorkeur. Juliana's lossere stijl verkleinde de afstand tussen de koninklijke familie en het volk.

In 1955 besloot de Eilandsraad van Curaçao een standbeeld te ontwerpen van de jonge Koningin Juliana. Tot grote ergernis van gouverneur Teun Struycken ging de opdracht naar de Venezolaans-Italiaanse beeldhouwer Renzo Bianchini. Hij had veel liever gezien dat een Nederlandse beeldhouwer zo'n opdracht had gekregen. “Het is waarschijnlijk ook goedkoper,” schreef hij in april 1956 in een “persoonlijke p.s.” onder een brief aan de gezaghebber.
Een bericht in de Nieuwe Leidse Courant van 26 juli 1956 werpt een heel ander licht op de oorsprong van het beeld van Juliana. Hieruit blijkt dat het een schenking is van de Venezolaanse regering als eerbetoon aan de koningin die zoveel heeft betekend voor de ontwikkeling van Curaçao. Zonder verdere uitleg noemt Jennifer Smit in haar overzicht van monumenten ook het eilandsbestuur van Curaçao als 'waarschijnlijke opdrachtgever'. Betrokkenheid van Venezuela is niet ondenkbaar gezien de betrekkingen met het buurland in die tijd. In 1950 had prins Bernhard een uitgebreid en hartelijk vriendschapsbezoek gebracht aan dit land, waarbij hij het belang ervan voor het hele koninkrijk benadrukte.

Het standbeeld dat Bianchini van Juliana maakte, staat er nog steeds. De enige aanpassing die de koningin verzocht na het zien van foto's van het ontwerp was dat ze geen diadeem wilde dragen; het haar mocht in een vlecht. Een citaat van Juliana uit oktober 1955 is gegraveerd op het voetstuk: 'In vrijheid bijeenkomen is de hoeksteen van elke echte samenwerking', wat de idealen, het optimisme en de hoop van de jaren vijftig illustreert.
Het beeld is in de loop der jaren ook het onderwerp van protest geweest. In 1960 werd het besmeurd met verf door 5 mannen, blijkbaar gericht tegen de Vereniging voor het Grondwettelijk Koninkrijk waarvoor de koningin stond als symbool. Tien jaar later werd het standbeeld opnieuw gebruikt als protestmiddel. Op 10 februari 1970 meldde Amigoe dat 'onverlaten' het standbeeld van Koningin Juliana hadden besmeurd met een oproep aan de onlangs benoemde gevolmachtigde minister Efraïn Jonckheer om terug te keren naar Curaçao.

### Elis Juliana
Elis Juliana, geboren in “Nieuw Nederland”, de stadswijk waar deze wandeltocht doorheen voert. (subtitel)

Elis Juliana werd geboren op 8 augustus 1927 in 'Nieuw Nederland', een stadswijk in de buurt van Punda. Het was de tijd waarin Shell migranten uit het hele Caribisch gebied naar Curaçao bracht. Radio maakte zijn debuut, showbizz en het clubleven waren op hun hoogtepunt. Geconfronteerd met de veranderingen van de moderne tijd, ging de jonge Juliana op zoek naar zijn eigen identiteit, zowel die van hemzelf als die van de Curaçaose bevolking. Hij begon als podiumkunstenaar. Al snel ontpopte hij zich tot een veelzijdig kunstenaar – dichter, verhalenverteller, tekenaar, beeldhouwer, verhalenverteller – maar, geïnspireerd door zijn vriend Paul Brenneker, volgde hij ook het pad van de onderzoeker naar zijn eigen cultuur. Wat begon uit nieuwsgierigheid en om inspiratie op te doen voor verhalen en lezingen groeide uit tot een passie: het bezoeken van ouderen als bron van informatie en kennis. Door hun verschillende culturele achtergronden – een Curaçaose arbeidersjongen en een Limburgse priester – vulden Elis Juliana en pater Paul Brenneker elkaar uitstekend aan. Elis Juliana kan bogen op een lijst van meer dan 50 publicaties, waaronder zijn eerste dichtbundel Flor di datu, zijn verhalen zoals Wazo riba ròndu (1967, 1981, 1988), Guia Etnológiko I, II, III en zijn filosofie OPI I, II, III, IV, Organisashon Planifikashon Independensia, (1979, 1980, 1983, 1988). Hij stierf in 2013.

De grote verdienste van Brenneker en Juliana's onderzoek is dat ze de volkscultuur van de twintigste eeuw systematisch hebben gedocumenteerd. Ze verzamelden ook veel voorwerpen en stelden een unieke collectie samen van 1400 liederen, muziek en verhalen. Als we het hebben over de “Juliana-Brenneker collectie”, dan is deze verdeeld over verschillende erfgoedinstellingen: het Nationaal Archief Curaçao heeft een unieke collectie onder die naam, die het enige gedecentraliseerde plantagearchief op Curaçao vertegenwoordigt en nu wordt erkend als UNESCO Memory of the World. De National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM) stichting beheert de digitale versie van de Zikinza-collectie, voornamelijk bestaande uit 'oral history', en het Curaçaos Museum beheert een collectie muziekinstrumenten onder de naam Juliana-Brenneker.

Pater Paul Brenneker en Elis Juliana probeerden de gedachten van de Curaçaose bevolking te bestuderen en te begrijpen door kennis van de ouderen te verzamelen en te documenteren. Ze waren de belangrijkste pioniers op dit gebied op Curaçao. Pater Paul Brenneker, een katholiek geestelijke van de Orde der Dominicanen, geboren op 7 mei 1912 in Limburg, liet een groot cultureel erfgoed na toen hij op 7 februari 1996 overleed: meer dan honderd publicaties, prenten, foto's, gedichten, duizenden artefacten en een grote collectie met geluidsopnamen van liederen en verhalen die hij samen met Elis Juliana had verzameld vanaf de jaren 50 op Curaçao, Bonaire, Aruba, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Zijn publicaties zoals Lekete Minawa (1958), Benta – oude liederen – (1959), Curaçaoensia – folklore aantekeningen over Curaçao (1961), Brua (1966), en de tien delen Sambumbu (1969–1975) zijn een onschatbare bron van informatie over bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Guene-taal als voorloper van het Papiaments, over volksreligie en verzet tegen slavernij. Brenneker combineerde zijn liefde voor lokale cultuur met liefdadigheid. Dit deed hij specifiek via de stichting voor daklozen, Kas Pa Nos Tur (een huis voor iedereen), en de stichting Pan Pa Mi Ruman (brood voor mijn broeders en zusters) voor mensen die honger lijden.

Elis Juliana overleed in de ochtend van 23 juni 2013 op 85-jarige leeftijd, slechts enkele dagen nadat hij de eredoctoraatstitel had ontvangen van de Universiteit van Curaçao (UoC). Elis Juliana heeft tijdens zijn leven vele erkenningen ontvangen. Hij ontving tweemaal de prestigieuze Cola Debrot-prijs, in 1973 voor beeldende kunst. In 1994 werd er een retrospectief van zijn beeldende kunst georganiseerd in het World Trade Center (ITC). Voor zijn 80e verjaardag publiceerde Gallery Alma Blou een prachtige editie van zijn 'Haikus', met illustraties van José Maria Capricorne getiteld 'Haiku den Lus di Animal/Haiku met Animal Voices' (2007).

**Penstraat en “Nieuw Nederland”**

Aan de Penstraat, die in het verleden bekend stond als 'weg naar Caracasbaai', 'weg naar Vianen' of 'Fiana', stonden in de 18e eeuw al enkele huizen langs de zuidkust, sommige met tuinen. Een van die 18e-eeuwse gebouwen was Landhuis Goede Hoop, (het huidige restaurant 020) ten oosten van het huidige Avila Hotel, gebouwd rond 1780. Het was gelegen “40 yards voorbij de Gouverneurspen”, het buitenverblijf dat werd gebouwd tijdens de Engelse administratie op Curaçao (1800-1803 en 1807-1816) en diende als residentie van de Engelse gouverneurs, die nadrukkelijk niet in Fort Amsterdam wilden verblijven. De Engelsen noemden het “The Governor's Pen” of “the Pen”, maar het stond ook bekend onder de naam “Belle Alliance” of “Schoon Verbond”. Het was een “zeer mooi gebouw in de beste smaak” en lag slechts enkele stappen verwijderd van Landhuis Goede Hoop. Het is aannemelijk dat “de weg naar Vianen” werd omgedoopt tot “Penstraat”, naar de meest prominente plaats aan deze weg.

In de laatste jaren van de Engelse administratie ging het economisch niet goed met Curaçao; de handel was ingestort en er heerste droogte, waardoor het 'bestuur aan de Pen' steeds minder populair werd:
“Het is april 1815, (...) wanneer iets gebeurt dat erop lijkt te wijzen dat men genoeg had van het Engelse bewind. Negers en kleurlingen houden een optocht naar “Berg Altena” en dragen poppen die Engelse officieren in uniform voorstellen, met de bedoeling ze daar te begraven. Er was een publicatie van de gouverneur en de raden, waarin werd gesproken van verstoring van de algemene rust en vrede en dat ernstige straf werd gedreigd bij herhaling.”

Het is aannemelijk dat de herstelling van de Nederlandse administratie in maart 1816 aanleiding gaf om in de omgeving van de Engelse 'administratieve Pen' duidelijk Nederlandse namen in te voeren: de “Oranjestraat” die parallel liep aan de Penstraat en het gebied tussen de Oranjestraat en Penstraat, net voor de Engelse administratie, werd “Nieuw Nederland” genoemd.
Gouverneur Cantz'laar (1820-1828) zou ook de voorkeur hebben gegeven aan zijn residentie aan de Penstraat en reisde twee keer per week naar Punda om lopende zaken af te handelen. Het gebied 'Nieuw Nederland' groeide en verdichtte zich pas later - na de komst van de olie-industrie in 1915 - tot een wijk met veel immigranten uit de Bovenwindse en Engelssprekende Caribische eilanden.

Na bestudering van oude kaarten kan worden geconcludeerd dat de Penstraat tot het midden van de 19e eeuw verre van volledig bebouwd was. De kaart van Ninaber (ca. 1830) toont gebouwen aan de zuidzijde van de Penstraat, waarvan sommige vrij dicht bij de zee staan. Latere kaarten zoals Meijer (1865) en Werbata (1910) tonen een reeks gebouwen die allemaal vrij precies overeenkomen met de huidige situatie en zich op enige afstand van de zee bevinden. Naast de kaarten wijst de architectuur van de grotere huizen aan de Penstraat ook op de periode waarin de meeste van die gebouwen zijn gebouwd; namelijk het midden van de 19e eeuw, de periode waarin de handel op Curaçao, vooral de smokkelhandel, iets beter ging.
Rond deze tijd werden echter ook de eerste ontwerpen in dezelfde stijl gemaakt in opdracht van de particuliere sector. In 1854 gaf de zakenman en oprichter van de Maduro-groep, Salomon Elias Levy Maduro, opdracht voor een ontwerp voor zijn nieuwe huis in Pietermaai. Hiervoor bracht hij een Corsicaanse architect, Bartholomé Lyon, over. Het grote huis 'Cerro Bonito' werd in mei 1857 voltooid en werd dat jaar bewoond door S.E.L. Maduro.

De huizen aan de zeekant van de Penstraat waren officieel niet door de zee begrensd. Langs de kust liep een 'patrouillepad', een smal voetpad van Fort Amsterdam naar Fort Beekenburg bij Caracasbaai, dat bedoeld was voor soldaten, maar ook door burgers kon worden gebruikt. Aan weerszijden van de percelen aan de Penstraat waren smalle gangen van de Penstraat naar het patrouillepad, waarlangs de bedienden van de bewoners van de gebouwen aan de noordkant van de Penstraat elke ochtend vroeg voor zonsopgang emmers met uitwerpselen in de zee leegden.
De grote orkaan van 1877 had de huizen in 'Pietermaai Smal' volledig weggevaagd, de zee had een stormvloed bereikt van 4 tot 5 meter boven het normale niveau en had de landverbinding tussen de zee en het Waaigat volledig overspoeld. De huizen aan de zeekant van de Penstraat werden relatief minder zwaar getroffen. De schade bleef beperkt tot beschadigde tuinmuren, dakpannen en kapotte luiken.
De komst van de olie-industrie, toenemende welvaart en hogere lonen in de 20e eeuw op Curaçao betekende dat het onderhoud van de grote gebouwen aan de Penstraat steeds moeilijker te financieren was. Een aantal van de gebouwen aan de Penstraat werd opgesplitst in meerdere woningen, verhuurd, verkocht of raakte langzaam in verval. Nieuwe werknemers bij de raffinaderij creëerden ook nieuwe wijken: ten noorden van de Penstraat waren dit de wijken Nieuw Nederland, Monte Berde, Cornet en Cher Asile. Maar ook wijken als Fleur de Marie, aan de “kop van Scharloo”, bij de haven, en St. Jago, achter Scharloo, ontstonden in deze periode.

De waterfabriek werd in de jaren 1930 gebouwd aan de Penstraat, nabij het Avila Hotel, die daar bleef tot de nieuwe fabriek in Mundo Nobo in de jaren 1950 in gebruik werd genomen. De Dienst Arbeidszorg nam daarna een deel van de fabrieksruimte over. Het Avila Beach Hotel opende in 1949 haar deuren op initiatief van Dr. Gungu Maal. In 1977 nam Nic Møller het hotel over en breidde het gestaag uit.

M. Scriwanek


Ontdek de authenticiteit

elke wijk heeft een verhaal

  • Nieuw Nederland, Willemstad, Curaçao

Sponsoren
Het project FromJulianatoJulianatours wordt mogelijk gemaakt door
Prins Bernard Cultuurfonds Caribisch Gebied